Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Impact van COVID-19 op onze financiën

De koepels van ziekenhuizen, umc’s en zorgverzekeraars hebben voor 2022 samen landelijke afspraken gemaakt over een passende vergoeding voor ziekenhuizen en umc’s voor het leveren van COVID-19-zorg. Deze afspraken bestaan naast de reguliere afspraken die ziekenhuizen, umc’s en zorgverzekeraars jaarlijks bilateraal maken. En naast de afspraken die het UMC Utrecht voor 2022 met zorgverzekeraars heeft gemaakt. De landelijke afspraken zijn een oplossing voor COVID-19-gerelateerde risico’s die niet bilateraal opgelost kunnen worden. Ze zorgen voor waarborging van de continuïteit van zorg. Het betreft een vergoeding voor de IC-dagen en verpleegdagen van COVID-19-patiënten, een beschikbaarheidsvergoeding voor de opschaling van IC-bedden en een vergoeding voor de gemaakte meerkosten door het leveren van COVID-19-zorg. Hiernaast zijn afspraken gemaakt voor financiële compensatie van productieverlies door het leveren van COVID-19 zorg. Een hardheidsclausule geeft ziekenhuizen en umc’s tot slot de garantie dat er geen sprake kan zijn van een financieel resultaat onder nihil door onvoldoende compensatie voor COVID-19-zorg. Door de landelijke afspraken in 2022, en de vergelijkbare afspraken die zijn gemaakt voor de COVID-19-jaren 2020 en 2021, zijn de onzekerheden door COVID-19 in de afwikkeling van de (schadelast)jaren 2020, 2021 en 2022 beperkt.

Alle stakeholders, zoals zorginstellingen, zorgverzekeraars, de veiligheidsregio en het ministerie van VWS, hebben in de afgelopen drie jaar hard gewerkt op basis van vertrouwen. En ze hebben snel geacteerd om de uiteenlopende financiële COVID-19-risico’s voor zorg, onderwijs en onderzoek te mitigeren. Dat is goed om te zien. Hierdoor hebben we bij het opstellen van de jaarrekening over 2022 echter wel te maken gehad met stapelende regelingen uit 2020, 2021 en 2022. En met onzekerheden over de nadere uitwerking van de regelingen en de inzet en verantwoording van ontvangen middelen. Bij het opstellen van de jaarrekening hebben wij rekening gehouden met deze onzekerheden.

Naast onze kerntaken zorg, onderzoek en onderwijs zijn eveneens onze onderliggende bedrijfsvoering en (strategische) programma’s/projecten geraakt door COVID-19. Door de grote druk op onze medewerkers en organisatie hebben we ten aanzien van onze programma’s/projecten keuzes moeten maken en prioriteiten moeten stellen. Sommige zaken hebben alsnog geheel of gedeeltelijk doorgang kunnen vinden in 2022 (onder andere de beweging de Zorg van morgen). Andere programma’s/projecten hebben we moeten uitstellen. Dit laatste betreft met name projecten gerelateerd aan de uitvoering van ons Strategische Huisvestingsplan (SOH).